Daar zaten ze dan, de dichters, in allerhande kleding. Hun stemmen slechts op fluistertoon, uit hun handen zacht geklap. Want veel geslotener dan dichters. Zijn ze bijna niet te vinden.
Daar stonden ze dan, de dichters, met allerhande teksten. Hun stemmen sterk en dragend, hun voeten stevig op de grond. Want veel opener dan dichters. Zijn ze bijna niet te vinden.
(Ik ben zeer trots dat ik me tot deze groep mag rekenen en dat zij mij opnamen in hun dichterskrant. 83 Utrechtse dichters verenigd op papier.)